kassabon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kassabon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kas·sa·bon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kassabon kassabonnen
(kassabons)
verkleinwoord kassabonnetje kassabonnetjes

Zelfstandig naamwoord

dekassabonm

  1. een stukje papier waarop staat wat men wanneer gekocht heeft en hoeveel men daarvoor betaald heeft.
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kassabon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.