keisteen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  keisteen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɛisten/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kei·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keisteen keistenen
verkleinwoord keisteentje keisteentjes

Zelfstandig naamwoord

dekeisteenm

  1. stuk natuursteen, meer in het bijzonder: een stuk vuursteen
    • Ze lagen plat op een werktafeltje te drogen, bezwaard met stukken marmer; wanneer in het kwartdeel van het donkere ovaal, het doek niet gekleefd had, een bladder kon ontstaan, tilde meester een keisteen op. [2]
  2. (materiaalkunde) soortnaam voor gesteente (geen verkleinwoord of meervoud)
    • Was eens alles diamant,
      wat thans keisteen is of zand,
      wie deed moeite om het te winnen?
       [3]

Gangbaarheid

  • Het woord keisteen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.