kerke

Niet te verwarren met: kèrke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerke    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ker·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • kerk met de uitgang -e

Zelfstandig naamwoord

kerke

  1. datief vrouwelijk  van kerk, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
  • ter kerke

Werkwoord

vervoeging van
kerken

kerke

  1. aanvoegende wijs van kerken

Gangbaarheid

  • Het woord kerke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Middelnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief kerkekerken
genitief kerkenkerken
datief kerkenkerken
accusatief kerkekerken

Zelfstandig naamwoord

kerke v

  1. kerk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.