kersthanger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kersthanger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kerst·han·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kersthanger | kersthangers |
verkleinwoord | kersthangertje | kersthangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de kersthanger m
- (kerst) kerstdecoratie die opgehangen dient te worden, bijvoorbeeld in een kerstboom
- De kerstboom was volgehangen met kersthangers.
Hyponiemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.