hanger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hanger (hulp, bestand)
Woordafbreking
- han·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hanger | hangers |
verkleinwoord | hangertje | hangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de hanger m
- voorwerp waaraan men iets kan hangen
- hangend sieraad
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hanger" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ hanger op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.