hanger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hanger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • han·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hanger hangers
verkleinwoord hangertje hangertjes

Zelfstandig naamwoord

dehangerm

  1. voorwerp waaraan men iets kan hangen
  2. hangend sieraad
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.