kersthuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kersthuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kerst·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kersthuis kersthuizen
verkleinwoord kersthuisje kersthuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetkersthuiso

  1. (kerst) een rijkelijk in kerstsfeer versierd huis, veelal voorzien van veel kerstverlichting
    • De verlichting van het kersthuis vond plaats met 10.000 lampjes. 
  2. (kerst) een miniatuurhuisje als kerstdecoratie
    • Naast de kerststal stonden meerdere kersthuisjes. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.