kerstvierder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kerstvierder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kerst·vier·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van kerst en naamwoord van handeling van vieren met het achtervoegsel -der
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstvierder kerstvierders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekerstvierderm

  1. (kerst) iemand die kerst viert
    • Op de kerstmarkt waren er vele kerstvierders aanwezig. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.