kielhoutje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kielhoutje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkilhɑucə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kiel·hout·je
Woordherkomst en -opbouw
  •  kielhout zn  met het achtervoegsel -je
enkelvoud meervoud
naamwoord kielhoutje kielhoutjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetkielhoutjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kielhout (door het formaat van een schip in deze betekenis niet gebruikelijk)
  2. dim. tant. (muziek) (strijkinstrument) onderdeel aan de bovenkant van de toets, waar de snaren vanaf de toets naar de stemschroeven of stemmechanieken lopen, met als doel het handhaven van de onderlinge afstanden tussen de snaren, en de afstand tussen toets en snaren
     Als ik het kielhoutje lager maak, dan zou het staartstuk het deksel raken, want de viool is al zeer buikig.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kielhoutje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Sprechen Sie Deutsch?.” (1850), M.H. Binger en zonen, Amsterdam, p. 126
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.