kipper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kipper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kip·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gebakken haring’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kipper kippers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekipperm

  1. gefileerde haring die gezouten en gerookt is
  2. kar met kiepmechanisme voor een snelle lediging van de inhoud
Synoniemen
  • [1] gerookte vis
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kipper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.