klaarleggen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klaarleggen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'klarlɛɣə(n)/
Woordafbreking
  • klaar·leg·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klaarleggen
legde klaar
klaargelegd
zwak -d volledig

Werkwoord

klaarleggen

  1. overgankelijk iets zo leggen dat het gereed is voor gebruik of het meenemen ervan
    • Ik had dat boek nog wel klaargelegd, maar toch vergeten. 

Gangbaarheid

  • Het woord klaarleggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.