klapziek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klapziek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klap·ziek
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen klapziek
verbogen klapzieke

Bijvoeglijk naamwoord

klapziek [1]

  1. (verouderd) of Vlaams: tot klappen (met de bek, met de mond) geneigd, praatzuchtig, babbelziek

Gangbaarheid

  • Het woord 'klapziek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.