klasboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klasboek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɑzbuk / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- klas·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klas zn en boek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klasboek | klasboeken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het klasboek o
- logboek waarin de leraar de lesstof, het huiswerk, de absentielijst en eventuele opmerkingen opschrijft en waarin ook het rooster staat
- De meeste leerkrachten in het kleuter- en lager onderwijs vinden een klasboek en andere kortetermijnplanning onmisbaar. Ook het bijhouden van gegevens over de ontwikkeling van het kind en rapportering aan ouders en collega's vinden ze zeer zinvol. Maar langetermijnplanning scoort aanzienlijk minder goed. [2]
- Moet ik lesvoorbereidingen tonen? Moet ik een schoolagenda of klasboek bijhouden? De onderwijsinspectie biedt op haar webstek sinds kort een antwoord op die telkens weerkerende vragen van leerkrachten. Wat van "Brussel" moet, is daarmee duidelijk gemaakt, maar ook anderen kunnen verplichtingen opleggen. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord klasboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klasboek" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ taaladvies over het al dan niet gebruiken van de tussen -e-
- ↑ De Standaard 28 februari 2002 Onderwijzers vinden papieren zinvol
- ↑ De Standaard 16 april 2004 adl Papierwinkel op school terugdringen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.