kleinkunst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kleinkunst    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klein·kunst
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘cabaretkunst’ voor het eerst aangetroffen in 1920 [1]
  • samenstelling van  klein  en  kunst  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kleinkunst kleinkunsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekleinkunstv [3]

  1. (kunst) podiumkunst in de eerste plaats bedoeld om te amuseren zoals cabaret maar ook het luisterlied en de musical
Afgeleide begrippen
  • kleinkunstacademie

Gangbaarheid

  • Het woord kleinkunst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.