kleursel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kleursel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklørsəl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kleur·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleursel kleursels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkleurselo

  1. stof waarmee je iets een bepaalde kleur kan geven
    • ”Samen bouwen aan uw kaas”, is een slogan van CZ Rouveen. In principe kan elke kaas -in een minimumhoeveelheid van 1000 kilo- worden samengesteld uit reeksen van melk- en vetsoorten, vetgehaltes en hulpstoffen zoals zuursel, stremsel, kleursel, conserveringsmiddel of een eigen inbreng. [2] 
    • Wanneer je geen enkel middel op je hoofd doet,’ zei hij bij zichzelf, ‘geen vet, geen plaksel, geen kleursel, geen bleekmiddel, geen haarpoeder en geen reukwater in je haar doet, dan heb je op de anderen een grote voorsprong. De onwetenden zijn voor de kaalhoofdigheid een gemakkelijk te bemachtigen prooi. [3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • boterkleursel
  • Het woord kleursel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord kleursel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.