klimmaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klimmaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klim·maat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klimmaat klimmaten
verkleinwoord klimmaatje klimmaatjes

Zelfstandig naamwoord

deklimmaatm

  1. iemand waarmee men samen een berg beklimt
     Thomas Ryckewaert speelt de rol van Lex, een schrijver van populaire romans met geld en roem. Hij vraagt zijn muze Hannah, ooit levenspartner en klimmaatje, voor de laatste keer met hem naar de bergen te gaan.[1]
     Het boek maakt duidelijk dat voor klimmers de dood een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de sport. Het is zoals Van de Gevel, zijn Nederlandse klimmaat, schrijft in het voorwoord. Klimmers blijven klimmers. Het klimmen maakt wie ze zijn.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord klimmaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Hannah Hoekstra in telefilm van Urszula Antoniak” (24 mei 2019), De Telegraaf
  2. Weblink bron “Wilco van Rooijen - Overleven op de K2” (18 augustus 2009,), Het Parool
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.