klinkerpad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klinkerpad (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klin·ker·pad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klinker zn en pad zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klinkerpad | klinkerpaden |
verkleinwoord | klinkerpaadje | klinkerpaadjes |
Zelfstandig naamwoord
het klinkerpad o
- een kleine, verharde weg die gemaakt is van bakstenen
- ▸ Een klinkerpad loopt naar de haven.[2]
- ▸ Een oud klinkerpad leidt de wandelaar langs het fameuze landgoed Den Treek in Leusden, dat in het bezit is van de nazaten van de liberale politicus Willem de Beaufort. Eind negentiende eeuw was hij een verklaard tegenstander van Abraham Kuyper, de voorman van de confessionelen.[3]
- ▸ Een klinkerpad voert naar de dubbele deuren. In het kerkje is het stil.[4]
Gangbaarheid
- Het woord klinkerpad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron Janita van Hoeven-ten Voorde“Benzinedampen happen langs de N224” (5 augustus 2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Bastiaan van Soest“Bevers in de Biesbosch” (11 juni 2021), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.