kloekheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kloekheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kloek·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kloekheid kloekheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekloekheidv

  1. geestelijke durf en kracht
    • Aan het eind van de negentiende eeuw haalde La Chaux-de-Fonds vakbekwame Joden binnen de poorten. „Zij vielen op door hun handelsgeest en kloekheid”, zegt Bühler. Ondernemers in de naburige Zwitserse horlogestad Le Locle zagen de Joden liever gaan. „Dat had te maken met antisemitisme en angst voor concurrentie.” [2] 
    • Er wordt niet voor niets bij de bevestiging van ambtsdragers gebeden om de gave der wijsheid en kloekheid. Een mooi woord: kloekheid. Het betekent: flinkheid, geestelijke kracht. Diezelfde kloekheid heeft de ouderling ook nodig om zijn predikant in getrouwheid, liefde en zachtmoedigheid feedback te geven. En de predikant of organist heeft dezelfde kloekheid, geestelijke kracht, nodig om zich kwetsbaar op te stellen. Dat helpt gemeenteleden om met vragen, irritaties of aarzelingen bij het goede adres aan te kloppen. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kloekheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.