kloklezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kloklezen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklɔklezə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • klok·le·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

kloklezen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kloklezen


onvolledig
  1. op een analoge klok met wijzers en een wijzerplaat kunnen zien hoe laat het is
    • U wilt in een halfuur weten hoe goed uw kind kan rekenen of schaken? Doe dan de schaak- en rekentests die de universiteit van Amsterdam heeft ontwikkeld. The sky is the limit, want straks misschien ook beschikbaar: taaltests of kloklezen. [1] 
    • Als ontwikkelingspsychologisch onderzoeker merk ik van die volwaardigheid helemaal niets. Zo heb ik bij twintig kinderen tussen 3 en 8 jaar de ontwikkeling van het kloklezen gevolgd. Ik stel half twee in. Maurits van 5 jaar en 8 maanden: `Twee uur`. Ik: `Nee.` `Zes uur.` `Nee, dat is `t ook niet.` `Eén voor zes`. `Waarom?` `Want de grote staat op de 6 en de kleine op de één`. `Nee.` `Op de twee.` `Nee, tussen de één en de twee. En dan is `t half twee` - `Half twee?!` [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kloklezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Standaard 19 FEBRUARI 2009 gert devreese Wordt mijn kind de nieuwe Kasparov?
  2. NRC Dr. Ewald Vervaet 3 mei 2008 Help, het kind verdwijnt
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.