klonter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klonter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klon·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord klonter klonters
verkleinwoord klontertje klontertjes

Zelfstandig naamwoord

deklonterm

  1. een brok min of meer vaste stof in een vloeiende massa
    • Je moet goed roeren anders krijg je klonters. 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
klonteren

klonter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klonteren
    • Ik klonter. 
  2. gebiedende wijs van klonteren
    • Klonter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klonteren
    • Klonter je? 
Opmerkingen
  • Door de betekenis ervan komt het werkwoord vrijwel alleen in de derde persoon voor.

Gangbaarheid

  • Het woord klonter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.