kloosterleven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kloosterleven (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kloos·ter·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klooster zn en leven zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloosterleven | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kloosterleven o
- (religie) de de stille, teruggetrokken manier van leven in een klooster
- alles wat er gebeurd in een klooster
- ▸ Mooi aan het kloosterleven vindt Magielse de gemeenschapszin. "Je deelt je leven met gelijkgestemden." Hoewel hij vandaag pas de zogeheten eeuwige geloften aflegt, woont Magielse al vier jaar in het klooster - dat hoort bij de intredingsprocedure (zie ook tekstkader).[4]
Gangbaarheid
- Het woord kloosterleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'De jeugd weet niets meer van de kerk, laat staan van een kloosterorde'” (10 januari 2017, 20:44), NOS
- ↑ Weblink bron “Opgepakte maffiabaas leidde 'geen kloosterleven' en hield van dure spullen” (17 januari 2023, 20:25), NOS
- ↑ Weblink bron “Journalist wordt kloosterbroeder: 'Mijn habijt leidt tot mooie gesprekken'” (7 september 2019, 11:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.