kloten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kloten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklotə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • klo·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kloten
klootte
gekloot
zwak -t volledig

Werkwoord

kloten

  1. inergatief (informeel) (pejoratief) op een doelloze of ergerlijke manier bezig zijn
  2. overgankelijk (informeel) (pejoratief) iemand opzettelijk ergeren
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

deklotenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kloot

Gangbaarheid

  • Het woord kloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.