gekloot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gekloot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·kloot
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van kloten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt

Werkwoord

vervoeging van: kloten…
verbogen vorm: geklote

gekloot

  1. voltooid deelwoord van kloten
enkelvoud meervoud
naamwoord gekloot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgeklooto [1]

  1. gezeur, gedonder, ellende, gerotzooi
    • Hoe ze het vinden in de wijk? "Saai", antwoordt een jongen. Wat er zou moeten veranderen? Het wijkgebouw moet meer open zijn. Dan kunnen ze daar biljarten of tafelvoetballen. Dales belooft te kijken wat hij kan doen. "Maar dan moet er verder geen gekloot meer komen", waarschuwt hij. Als hij langs het wijkgebouwtje loopt, zegt hij dat het er treurig uitziet. "Die kinderen lijken me normaal. Gezagsgevoelig ook. Zag je hoe timide ze waren toen we bij hen stonden?" [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord gekloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.