knalfeest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knalfeest (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knal·feest
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knal zn en feest zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knalfeest | knalfeesten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het knalfeest o
- een druk, groot en luidruchtig feest
- „We zijn niet bang voor een beetje risico”, lacht Akram Abdo daarover. Hij organiseert samen met Joey Voermans en Wessel Bosch in Loosbroek het feest Hatseflats. Op eerste kerstdag. „We hebben onze compagnons moeten overtuigen dat het een goed idee is. En het gaat echt een knalfeest worden.”[1]
- Een jaar geleden organiseerde VROUW speciaal voor de gehandicapte Mayim een knalfeest nadat er niemand op haar verjaardag was verschenen. Gisteren, op haar achttiende verjaardag, gingen we opnieuw bij haar langs. Hoe gaat het nu met haar? Hoe kijkt ze terug op de fuif van vorig jaar en wat staat er voor dit jaar op de planning?[2]
Gangbaarheid
- Het woord knalfeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knalfeest" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ de Telegraaf SOPHIE KLUIVERS 23 dec. 2017
- ↑ de Telegraaf ELINE DOLDERSUM 30 dec. 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.