knapkoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knapkoek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knap·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knapkoek knapkoeken
verkleinwoord knapkoekje knapkoekjes

Zelfstandig naamwoord

deknapkoekm [2]

  1. (voeding) harde, luchtig gebakken, zoete koek

Gangbaarheid

  • Het woord knapkoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.