knetter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knetter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈknɛtər / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- knet·ter
Woordherkomst en -opbouw
- [1] (verkorting) van knettergek
- [2] naar het voorbeeld van knettergek gevormd
stellend | |
---|---|
onverbogen | knetter |
verbogen | (alleen predicaat) |
Bijvoeglijk naamwoord
knetter
- waanzinnig gedrag vertonend
- versterkend voorvoegsel heel erg (gebruikt als eerste deel van een samenstelling om de kenmerkende eigenschap van het tweede deel te benadrukken)
Synoniemen
- [1] stapelgek
Afgeleide begrippen
- [2] knetterbezopen
- [2] knettergek
- [2] knettergoed
- [2] knetterhard
- [2] knetterlelijk
- [2] knetterstoned
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knetteren |
knetter
Gangbaarheid
- Het woord knetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knetter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.