knorpot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knorpot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈknɔrpɔt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- knor·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knor ww en pot zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knorpot | knorpotten |
verkleinwoord | knorpotje | knorpotjes |
Zelfstandig naamwoord
de knorpot m
- iemand die graag en veel klaagt
- Koen De Bouw en Titus De Voogdt vormen een aanstekelijk komisch duo dat teruggaat op de ouderwetse combinatie van knorpot en clown. Voorts is dit maar een matige dramatische komedie over een bittere man die in het reine moet komen met zichzelf. [2]
- Rolf Lassgård vertolkte ooit Kurt Wallander in de eerste reeks Zweedse verfilmingen van Henning Mankells politieromans. Hier speelt hij de man genaamd Ove: een oude norse knorpot die op het punt staat om zichzelf op te knopen – als er niet even iemand aanbelt of tegen zijn brievenbus rijdt. Wat dan? ‘Op een Saab kun je rekenen’, zegt de Zweed met een zucht, terwijl hij de tuinslang in de uitlaat steekt. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord knorpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knorpot" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 24 JUNI 2017 TV-tips
- ↑ De Standaard 28 JUNI 2016 Een Saab is geen Volvo
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.