koebeest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koebeest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koe·beest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koebeest koebeesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkoebeesto

  1. koe
     Ik hijs ze in een oranje overall en groene laarzen en stuur ze de weide in om met onze koebeesten Clara, Bertha en Matilda op de foto te gaan.[2]
     Daarna moest hij twaalf jaar geduld hebben voor hij vrijdagavond eindelijk toch zo’n glimmend koebeest [Gouden Kalf] mee naar huis mocht nemen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koebeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Fietsen door het Hof van Twente” (12 sep. 2015), De Telegraaf
  3. Weblink bron
    MARCO WEIJERS
    “’Dirty God’ de grote winnaar” (05 okt. 2019), De Telegraaf
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.