koeienoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koeienoog    (hulp, bestand)
  • IPA: /'kujəˌox/
Woordafbreking
  • koei·en·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koeienoog koeienogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkoeienoogo

  1. (plantkunde) Telekia speciosa  Buphthalmum salicifolium  plant van de familie van de Asteraceae
  2. het oog van een rund
    • Aan de wand van zijn kantoor hangen drie foto’s: koeienoog, koeienoor en koe achter prikkeldraad. „Ik fotografeer graag. Deze beelden bevatten een boodschap voor marketeers: kijken, luisteren en buiten de grenzen durven opereren.” [2] 
    • Zangeres Laurrhie Brouns kwam oog in oog te staan met een berg koeienogen en een bak vol regenwormen. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord koeienoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.