koffiepot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koffiepot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kof·fie·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koffiepot koffiepotten
verkleinwoord koffiepotje koffiepotjes

Zelfstandig naamwoord

dekoffiepotm

  1. (huishouden) pot waarin koffie wordt gezet en warmgehouden
    • De koffiepot stond de hele dag te pruttelen op de kachel en was de koffie op, dan werd meteen nieuwe gezet.[1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koffiepot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Nedersaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de zelfstandige naamwoorden koffie en pot

Zelfstandig naamwoord

koffiepot

  1. (huishouden) koffiepot; pot om koffie in te zetten en warm te houden

Veluws

Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de zelfstandige naamwoorden koffie en pot

Zelfstandig naamwoord

koffiepot

  1. (huishouden) koffiepot; pot om koffie in te zetten en warm te houden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.