kolere

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kolere    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ko·le·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse colère, als tussenwerpsel/krachtterm voor het eerst aangetroffen in 1950. Tevens een nevenvorm van cholera.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kolere
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekolerev/m

  1. (informeel) uitroep van woede, ergernis e.d. waarmee men iemand iets vervelends toewenst
    • Krijg de kolere!. 
Synoniemen

Tussenwerpsel

kolere

  1. uitroep van afkeer

Gangbaarheid

  • Het woord kolere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.