komfoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  komfoor    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔm'for/
Woordafbreking
  • kom·foor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toestel om iets warm te houden’ voor het eerst aangetroffen in 1491 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord komfoor komforen
verkleinwoord komfoortje komfoortjes

Zelfstandig naamwoord

hetkomfooro

  1. een toestel om iets in warm te maken of te houden
    • Pak het komfoor even als je wilt. 
  2. een kooktoestel
    • We moeten nog even een nieuw komfoor kopen. 
Hyponiemen
  • gaskomfoor, kolenkomfoor, schotelkomfoor, spirituskomfoor, tabakskomfoor, tafelkomfoor, theekomfoor
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord komfoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.