komisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  komisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkomis/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ko·misch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen komischkomischer
verbogen komischekomischere
partitief komischkomischers-

Bijvoeglijk naamwoord

komisch

  1. de lachlust opwekkend
    • Haar komische timing is waanzinnig, de kwetsbaarheid die ze eronder legt is zo mogelijk nog indrukwekkender. Haar koningin Anne is als de film zelf: verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch. Wereldvreemd, en daarmee juist zo menselijk. [4] 
     En hij had zich voorzien van een taalgebruik dat bijna komisch elegant klonk in de mond van een achttienjarige.[5]
     Op een bepaalde manier was het bijna komisch dat je terugkeerde naar de techniek van een andere tijd, van voor het beton.[6]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord komisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[7]

Verwijzingen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  komisch    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • ko·misch
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Komik met het achtervoegsel -isch, of van het Latijnse cōmicus.
stellend vergrotend overtreffend
komisch
komischer
am komischsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

komisch

  1. merkwaardig, vreemd
  2. grappig, komisch
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.