konsoorten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  konsoorten    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔnˈsortə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kon·soor·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - konsoorten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

  1. (pejoratief) personen die tot dezelfde groep horen, personen die iemand helpen
     Nadat er deze week wat strubbelingen ontstonden op de gemeenteraad met de partners van CD&V, had D’Haese het eventjes gehad met Uyttersprot en konsoorten.[3]
  2. degenen die hetzelfde lot delen, personen die iemand helpen
     Cord cutting, dat is je tv-abonnement opzeggen en alleen nog kijken naar Netflix, VRT Nu, Stievie, Youtube en konsoorten.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord konsoorten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
13 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. konsoorten op website: Etymologiebank.nl
  2. "konsoorten" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. Weblink bron “Burgemeester D’Haese blijft ijverig op zoek naar bestuur…” (30 november 2018) op persregiodender.be
  4. Weblink bron
    Tom Le Bacq
    “Vlaming knipt (voorzichtig) de distributiekabel door: ook aantal gezinnen met tv-abonnement voor het eerst gedaald” (8 februari 2019) op nieuwsblad.be
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.