koopavond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koopavond    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koop·avond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koopavond koopavonden
verkleinwoord koopavondje koopavondjes

Zelfstandig naamwoord

dekoopavondm

  1. een avond waarop de winkels geopend zijn en er dus inkopen gedaan kunnen worden als de meeste mensen niet werken
    • “Mensen winkelen anders dan ze vroeger deden. Op koopavonden komen er nu minder mensen naar de winkel. We passen onze bezetting daarop aan.” [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord koopavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Joost Pijpker 20 januari 2016
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.