kooplust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kooplust    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koop·lust
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kooplust kooplusten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekooplustm

  1. lust, neiging om te kopen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kooplust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.