koorboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koorboek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkorbuk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • koor·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koorboek koorboeken
verkleinwoord koorboekje koorboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetkoorboeko

  1. (muziek) (religie) boek met muziek en tekst voor religieuze samenzang
    Vaak uitgevoerd op groot formaat, zodat meerdere zangers een boek konden delen. Koorboeken uit de middeleeuwen zijn vaak handgeschreven en fraai versierd.
     Destijds was het normaal om één groot koorboek op een grote houten lessenaar te zetten en daar samen achter te zingen.[2]
     Het Mechels Koorboek uit 1515 – 1516 is een van de mooiste en best bewaarde muziekhandschriften uit de zestiende eeuw. In Museum Hof van Busleyden kan je dit meesterwerk niet enkel zien, maar ook horen. In de donkere ruimte waar je dit handschrift bekijkt, staan het koorboek en de prachtige Vlaamse polyfonie centraal. Het Mechels Koorboek is een bruikleen van Stadsarchief Mechelen en maakt sinds 2022 ook deel uit van de Canon van Vlaanderen.[3]
     Naast het Koorboek is ook het 'Liedboek Geprezen o Heer' en de bundel 'Partituren Geprezen o Heer' uitgegeven. Beiden zijn ook verkrijgbaar via onze webshop.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord koorboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Rahul Gandolahage
    “Cappella Pratensis ontstoft muziek die klonk bij het eten van zwanen” (26 november 2024) op nrc.nl
  3. Weblink bron “Het Koorboek van Margareta van Oostenrijk”
  4. Weblink bron “Koorboek - Geprezen o Heer”
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.