kopduel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kopduel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kop·du·el
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kopduel kopduellen
kopduels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetkopduelo

  1. (sport) strijd om balbezit waarbij twee voetballers proberen te koppen
    • “Ik ging een kopduel aan en kwam terecht in een kuil, mijn knie draaide naar links, toen zakte ik er doorheen en klapte mijn knie om naar rechts”, blikt Veneberg terug op de blessure. Vanaf dat moment was het helemaal mis. “Ik had enorm veel pijn, heb huilend zitten wachten op de ambulance. [1] 
    • Het was een bizarre wedstrijd. Niet alleen voor Heracles, dat halverwege nog op 3-1 achterstand stond en kansloos werd geacht. Maar ook voor Pröpper, die even gewisseld leek te worden, na een hard kopduel met Reis. De clubarts van FC Groningen moest eraan te pas komen. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord kopduel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.