kort geding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kort geding (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔrtxəˈdɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- kort ge·ding
Woordherkomst en -opbouw
- vaste verbinding van kort (bijvoeglijk naamwoord) en geding (zelfstandig naamwoord), in Nederland uitgesproken met de klemtoon op 'kort' en dus te beschouwen als een woordgroep die volgens spellingregel 6.B met een spatie geschreven wordt, anders dan kortgeding in België [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kort geding | kort gedingen korte gedingen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het kort geding o
- (juridisch) rechtszaak met versnelde procedure om over een dringend probleem te beslissen
Hyperoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
- tergend en roekeloos geding
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kort geding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Kortgeding / kort geding op website Nederlandse Taalunie: http://taaladvies.net; geraadpleegd 2017-09-02
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.