koste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koste    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɔstə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kos·te
Woordherkomst en -opbouw
  • kost met de uitgang -e

Zelfstandig naamwoord

koste

  1. datief mannelijk  van kost, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
  • ten koste van
nadeel dat een succesvolle actie met zich meebrengt; de prijs van een succesvolle handeling
 Topman en commissarissen bij bedrijven houden elkaar de hand boven het hoofd, ook al gaat dit ten koste van het bedrijf [1] 
  Door de jaren heen ben ik erg effectief geworden om deadlines te halen, maar dat gaat soms ten koste van de sfeer in het team op mijn werk. [2] 

Werkwoord

vervoeging van
kosten

koste

  1. aanvoegende wijs van kosten
    • Hij wilde het koste wat het kost hebben. 
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

  • Het woord koste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. www.nu.nl
  2. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Deens

Woordafbreking
  • kos·te
Naar frequentie 3076

Zelfstandig naamwoord

koste, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van kost

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kɔstɛ/
Woordafbreking
  • kos·te

Zelfstandig naamwoord

koste

  1. vocatief enkelvoud van kost
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.