kraamhouder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kraamhouder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kraam·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kraamhouder kraamhouders
verkleinwoord kraamhoudertje kraamhoudertjes

Zelfstandig naamwoord

dekraamhouderm

  1. de huurder/eigenaar van een marktkraam.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kraamhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.