krablot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  krablot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɑplɔt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • krab·lot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krablot krabloten
verkleinwoord krablotje krablotjes

Zelfstandig naamwoord

hetkrabloto

  1. (spel) een biljet waarop één of meer gebieden verborgen zijn achter een ondoorzichtige deklaag
     Een man in uitgerafelde kleren stapt de krantenwinkel binnen. "Een krablotje, alstublieft." Drie sterren: "Gewonnen. Rijk! Ik ben rijk." 50.000 euro is het biljet waard. De winkelier neemt de telefoon en tikt een nummer in. Er volgt geen conversatie, enkel vier woorden: "ik heb een winnaar".[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord krablot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
18 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Centen tellen. "Frauderen is kinderspel"” (26/03/2004), De Standaard
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.