kronkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kronkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kron·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘sterke kromming’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kronkel kronkels
verkleinwoord kronkeltje kronkeltjes

Zelfstandig naamwoord

dekronkelm

  1. herhaaldelijk sterk gekromde lijn of vorm
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
kronkelen

kronkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronkelen
    • Ik kronkel. 
  2. gebiedende wijs van kronkelen
    • Kronkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kronkelen
    • Kronkel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kronkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.