kroot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kroot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kroot
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘biet’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • ontleend aan het Frans carote [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kroot kroten
verkleinwoord krootje krootjes

Zelfstandig naamwoord

dekrootv/m [3]

  1. (voeding) rode biet
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • zo rood als een kroot
heftig blozend
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kroot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
38 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.