kruiper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruiper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • krui·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruiper kruipers
verkleinwoord kruipertje kruipertjes

Zelfstandig naamwoord

dekruiperm

  1. iets dat of iemand die kruipt
  2. (scheldwoord), kruiperig persoon, een slijmerd
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van kruipster
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord kruiper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.