kontkruiper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kontkruiper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɔntkrœypər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kont·krui·per
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  kont zn  en  kruiper zn 
    Bij Pieter Bruegel vinden we in 1546 al een prent als illustratie van de regels:
 Die ghelt te gheven heeft onder hooghe en slechte,
En dat hij wat milt laet van sijnen schat, druijpen,
Hy vrijcht Offitien en comt t'sijnen rechte,
Want elck en weet niet hoe hem sal in t' gat cruijpen.
[1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kontkruiper kontkruipers
verkleinwoord kontkruipertje kontkruipertjes

Zelfstandig naamwoord

dekontkruiperm

  1. (vulgair) (scheldwoord) iemand die tegenover een iemand die meer geld of macht heeft overdreven vriendelijk en meegaand is
     De bobo's om U heen schrokken zich de tering en konden niet anders dan in een reflex Uw koninklijke voorbeeld volgen. En daar gingen ze. Wat een kontkruipers, dacht ik.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kontkruiper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “De man met de duitenzak en zijn vleiers” op rijksmuseum.nl
  2. Weblink bron
    Déborah Knop & Jean Vignes
    “Introduction” (17 januari 2015) op fabula.org
  3. Weblink bron
    Youp van ’t Hek
    “Majesteit” (17 augustus 1996) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.