kuim
Nederlands
Uitspraak
- Geluid:
- IPA:
Woordafbreking
- kuim
Woordherkomst en -opbouw
- Van Middelnederlands cume. Verwant met o.a.: Oudhoogduits kûmo, Duits kaum, Engels comely, Grieks γοάω. [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kuim | kuimer | kuimst |
verbogen | kuime | kuimere | kuimste |
partitief | kuims | kuimers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kuim
Bijwoord
kuim
Afgeleide begrippen
- kuimen
Gangbaarheid
- Het woord 'kuim' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Petrus Weiland, Pieter Weiland“Beknopt Nederduitsch taalkundig woordenboek, Volume 2”, digitale editie (1828), p. 531
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.