kwalificeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kwalificeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kwa·li·fi·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse qualifier of daarvoor van het Latijnse 'qualificare' (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kwalificeren
kwalificeerde
gekwalificeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

kwalificeren

  1. wederkerend voldoen aan de voorwaarden om ergens aan mee te kunnen doen, zich plaatsen
    • Ons team heeft zich niet weten te kwalificeren voor het toernooi. 
  2. overgankelijk omschrijven, benoemen, bestempelen
    • Hij kwalificeert het huidige WK als een saai toernooi met weinig doelpunten. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kwalificeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.