kyrkje

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈçiɾkjə /
Woordafbreking
  • kyrk·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord: Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord kyrkja.
  • Zelfstandig naaamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord kirkja.

Werkwoord

kyrkje

  1. overgankelijk vernauwen (aan de keel door een kraag), de lucht nemen
  2. overgankelijk insnoeren, klemmen, knellen (door kleding of een riem)
  3. overgankelijk slikken met moeite
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • [1]: kjøve
  • [1]: kverke
  • [2]: klemme
  • [2]: knipe
  • [2]: snøre saman
  • [3]: svelgje med møde
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kyrkje     kyrkja     kyrkjer     kyrkjene  

Zelfstandig naamwoord

kyrkje, v

  1. (religie), (bouwkunde) kerk, kerkgebouw
  2. (religie) Kerk
Synoniemen
  • [1]: gudshus
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.