laadhoofd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laadhoofd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • laad·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laadhoofd laadhoofden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetlaadhoofdo

  1. opening in het dek van een schip dat toegang tot de ruimen geeft
  2. plaats waar schepen kunnen aanmeren en geladen en gelost kunnen worden

Gangbaarheid

34 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.