labour

Niet te verwarren met: Labour, labor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  labour    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlebər/
Woordafbreking
  • la·bour
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord labour -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delabourm

  1. arbeid, werk
    • Ik moest node schrijven, aan Reinekes arm liep ik duizelend mee, kreunend voor elke windvlaag, als een vrouw die uit haar labour gehaald wordt voor wie weet welk ander wissewasje. [1]
  2. arbeidersbeweging, vooral opgevat als politieke richting
    • Dat land kreeg een labour-regering en gezien het stijgende anti-Amerikanisme in dat land zond Washington een man met ruime cia-ervaring. [2]

Gangbaarheid

  • Het woord labour staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  labour (VK)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈleɪ.bə/
Woordafbreking
  • la·bour
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
labour labours

Zelfstandig naamwoord

labour

  1. inspanning
  2. arbeid, werk
  3. arbeidersbeweging, vooral opgevat als politieke stroming
  4. bevalling van een zwangerschap
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening

Werkwoord

  1. hard werken
  2. bevallen van een kind

Oudfrans

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

labour m

  1. inspanning
  2. arbeid, werk
Overerving en ontlening
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.